Campanië, koeler dan je denkt

Inheemse druiven als fiano, greco en aglianico mogen van zichzelf al talent hebben voor het vasthouden van de onmisbare frisse fruitzuren, het zijn vooral ook de bergen die het mogelijk maken dat Campanië zulke spannende wijnen maakt.

“Het is geen geheim meer dat Campanië in het diepe zuiden van Italië de bron is van de meest opwindende witte wijnen van het land”, schreef Italië-specialist Walter Speller op de website van Jancis Robinson een paar jaar geleden.

Je zou dat niet direct verwachten, want het kan bloedheet zijn aan de kust. Ik herinner me dagen in Sorrento, zo onverdraaglijk warm dat ik sindsdien geheel Zuid-Italië heb afgeschreven als reisbestemming in de zomer.

Landinwaarts echter zorgen de bergen voor verkoeling. Je hebt zelfs ski-oorden in Campanië. De hoogste berg Monte Cervati is 1.900 meter.

Het zijn fiano en greco die bewijzen dat Campanië koeler is dan we denken. Ze hebben wereldwijd een plek veroverd op de wijnkaarten en in de wijnwinkels. Karaktervolle, aromatische druiven zijn het, met body, structuur en een goede zuurgraad, waardoor ze tevens terecht de interesse hebben gewekt van wijnmakers in Californië en Australië.

Fiano heeft zijn eigen DOCG Fiano di Avellino, net zoals greco van wijngaarden bij het dorpje Tufo als DOCG Greco dit Tufo de wijde wereld in mag.

Zelf heb ik enkele zeer goede ervaringen met de druif falanghina, maar Walter Speller wijst erop dat deze wijn te lijden heeft gehad onder zijn populariteit in Italië zelf (vooral in Rome). De wijn daalde daardoor zowel in prijs als kwaliteit en kreeg een slecht imago.

Falanghina is dan ook overal in Campanië te vinden, het is alleen vaak niet duidelijk welke variant van falanghina het betreft. Er zijn (minimaal) twee genetisch van elkaar verschillende soorten: falanghina flegrea en falanghina beneventana. Naar wordt gezegd is de eerste de beste, maar de wijnwetgeving maakt er geen onderscheid in. 

Speller noemt onder andere Campi Flegrei en Sannio als de beste regio’s voor falanghina. Hij omschrijft de goede exemplaren als ‘een kruising tussen droge riesling en chablis’.

Als we de kenners mogen geloven heeft ook coda di volpe veel potentie – ‘extremely high-quality variety’ volgens de bekende Italiaanse wijnexpert Ian D’Agata. Coda di volpe wordt onder andere gebruikt voor Lacryma Christi del Vesuvio. 

Ook rode wijn profiteert in Campanië van de koele berglucht. Aglianico is de blauwe sterdruif van Zuid-Italië in het algemeen en van Campanië (en Basilicata) in het bijzonder. Ian D’Agata positioneert aglianico op vergelijkbaar kwaliteitsniveau als die van nebbiolo and sangiovese.

Aglianico doet het goed op vulkanische bodem, waaraan geen gebrek is in Campanië. In de DOCG Taurasi heeft de wijn door zijn hoge gehalte aan zowel zuren als tannine rijping nodig op vat en in de fles. Dat maakt hem een klassieke Europese rode wijn. 

In andere gedaanten, zoals in de DOC Irpinia, DOC Sannio of IGT Campania wordt aglianico vaak verzacht met andere variëteiten, zoals piedirosso, die na aglianico de meest verbouwde blauwe druif van Campanië is. Sciascinoso wordt ook gebruikt in rode blends.

Om te besluiten met Ian D’Agata: “We kunnen gerust stellen dat de wijnen van Campanië nog nooit zo goed zijn geweest als nu, mede dankzij een gepassioneerde en energieke nieuwe generatie.”

Dit is een artikel uit een serie van 5 voorbeschouwingen ter gelegenheid van de vakbeurs Borsa Vini Zuid-Italië op dinsdag 6 maart 2018 in Amsterdam.

Deze producenten uit Campanië waren erbij:

Cantine Ruggiero (DOCG Taurasi, DOCG Fiano di Avellino, DOCG Greco di Tufo, DOC Irpinia, IGT Campania)
Cantina dei Monaci (DOCG Greco di Tufo, DOCG Fiano di Avellino, DOCG Taurasi, IGT Campania)
Cantine Meditterranee (DOCG Greco di Tufo, DOC Lacryma Christi, DOC Sannio, DOC Solopaca, IGT Beneventano)
Cantine Farro (DOC Campi Flegrei, IGT Campania)

Dit zijn alle 5 voorbeschouwingen:

‘Sicilië beter dan ooit dankzij match van terroir en druif’
‘Lang leve de lokale druiven van Apulië’
> ‘Campanië, koeler dan je denkt’
‘Basilicata – klein, maar groot in potentie’
> ‘Calabrië – bloed en wijn, wijn en bloed’