Pinot – een bijzonder druivenfamilie

Bourgogne versus Californië

De pinot-familie is een bijzonder clan, een extended family. Een groot deel is naar het schijnt zelfs genetisch identiek. De bekendste familieleden zijn pinot noir, pinot blanc, pinot gris en pinot noir précoce.

Genetisch identiek. Ik ga me niet wagen aan de hogere genetica, want die gaat mijn pet te boven. Als je erover leest, raak je al snel verstrikt in de betekenisverschillen tussen vaktermen als kloon, mutant en somatische variant. Of je struikelt over het onderscheid tussen genetische finger prints op basis van 8 DNA-kenmerken en analyses van 100 DNA-markers, waarbij de eerste test kan uitkomen op ‘zelfde ras’ en de tweede op ‘niet geheel identiek’.

Dus wat is genetisch identiek? Pinot noir en pinot blanc; kan het verschil in de wijn die ze opleveren groter zijn? Toch zijn ze in genetische zin bijna een tweeling. Zeggen ze. Het is een wonder. God is een chromosoom.

Genetici zullen er waarschijnlijk niet van opkijken. Het genetische verschil tussen een eskimo en een papoea is waarschijnlijk niet groter dan die tussen een Fries en een Limburger. Ook een chimpansee en een mens schijnen gentechnisch gezien minder dan 5% van elkaar te verschillen.

Nou jij weer.

Pinot noir staat wereldwijd aangeplant en overal smaakt de wijn ervan anders. Al blijft het een kwestie van smaak, ik denk dat de meeste wijnliefhebbers het met elkaar eens zijn dat de beste pinot noir uit de Bourgogne komt. In ieder geval is de beste Bourgogne-pinot noir van de Côtes d’Or niet gemakkelijk te imiteren, laat staan te overtreffen.

Pinot noir is all about terroir, niet woir? In de Bourgogne is de druif geboren en getogen, de reis naar alle uithoeken van de wijnwereld is van later datum. Allicht verklaart dit voor een groot deel het unieke karakter van de rode Bourgogne.

Wat ook meespeelt, is dat de pinot-familie gevoeliger is voor de lokale omstandigheden dan andere druiven – zal ook wel in de gemeenschappelijke genen zitten. Cabernet sauvignon bijvoorbeeld smaakt ook niet overal hetzelfde, het verschil in cabernet-karakter van diverse herkomst is nooit zo groot als dat van pinot noir.

Dit geldt ook voor pinot gris – Italiaanse pinot gris is niet te vergelijken met die van de Elzas, en Duitse grauburgunder heeft op zijn beurt ook een geheel eigen karakter.

Grauburgunder is de eerste somatische mutatie van pinot noir, vertelde Lars Daniëls MV tijdens een drukbezochte masterclass voorafgaand aan de 15e editie van de Duitse wijnshow Riesling&Co in Amsterdam Arena. Hoewel het zou kunnen dat grauburgunder op zijn beurt ook weer genetisch verschilt van pinot gris in de Elzas, de veel strakkere, frissere Duitse stijl schrijft Daniëls toe aan de vroegere oogst in Duitsland, met vooral minder alcohol als gevolg.

Grauburgunder is in opkomst, volgens Daniëls. Als de twee grauburgunders uit Baden die we proefden (van Winzergenossenshaft Achkarren en Weingut Seeger) representatief zijn, dan kunnen we dat alleen maar aanmoedigen. Kruidig en spannend, met body en een lekker stevig mondgevoel.

Duitse weissburgunder, een mutatie van pinot gris, is het meest bescheiden lid van de pinot-familie. Maar dit verlegen kleinkind kan gaan stralen als ze opgroeit in een milieu waar ze zich thuisvoelt. Duitse pinot blanc staat volgens Daniëls vaak op de verkeerde plaats aangeplant. Achkarrer Schlossberg in Baden en Weingut Bergdolt in de Pfalz bewijzen hoe mooi het kan worden als de juiste locatie wordt benut. Weissburgunder is veel lichter in body en expressiviteit dan grauburgunder, deze twee exemplaren zijn echter bijzonder karaktervol, smakelijk en aangenaam.

Ik herinner me frissappige frühburgunder (pinot noir précoce) – een directe mutatie van pinot noir – van een bezoek aan de Mosel-regio. De Pinot Madeleine (frühburgunder) van Weingut Josten & Klein is net zo prettig licht, aards-fruitig, sappig en toegankelijk. Früburgunder is voor mij als de Beaujolais van Duitsland.

De proeverij sloot af met fantastische spätburgunders uit Baden: Grosses Gewächs van Weingut Friedrich Becker en Weingut Martin Wassmer.

Bourgogne versus Californië

Pinot noir is de godfather van de familie – de nestor, 2.000 jaar oud, vandaar dat hij zoveel nakomelingen heeft. Al komt de capo zelf ook niet uit de lucht vallen, zijn ouders zijn helaas onbekend.

Er zijn meer dan 1.000 geregistreerde klonen van pinot noir, lees ik in Wine Grapes. De pinot noir in Duitsland is meestal een echt andere druif dan die in de Bourgogne, al zijn Bourgogne-klonen volgens Lars Daniëls in opkomst.

Bourgogne is zijn koninkrijk (champagne buiten beschouwing gelaten), Duitsland eist de tweede plaats op, en de rest van de wereld staat in de rij om aan te sluiten.

Vanwege de grote verschillen in smaak en stijl van pinot noir in de diverse wijnlanden en wijnregio’s hield ik het voor heel goed mogelijk dat de pinot noir in Californië eveneens een heel andere druif is dan de pinot noir in de Bourgogne. Op een proeverij met Jean-Claude Boisset, die wijn maakt in Bourgogne en in Californië (De Loach Vineyards), werd me echter duidelijk dat Boisset in beide landen min of meer dezelfde klonen gebruikt.

Ook de methode van wijn maken is in principe gelijk in de Côtes d’Or en in Russian River Valley, al is dat ook maar betrekkelijk. Immers, afhankelijk van de kenmerken van het fruit is de behandeling tijdens het proces nooit hetzelfde. En het fruit, al of niet van dezelfde pinot noir-kloon, kan in Californië onmogelijk hetzelfde zijn als in Bourgogne.

Op uitnodiging van Gall & Gall – die zowel Boisset als De Loach (waarvan G&G veel nieuwe wijn in het assortiment heeft opgenomen) in huis heeft – proefden we een reeks wijnen naast elkaar. Zij aan zij zijn ze onvergelijkbaar verschillend. Als we klonen of productiewijze de schuld niet kunnen geven, dan moet het verschil toch vooral gezocht worden in de klimaatverschillen en andere terroirkenmerken. De huidige eigenaar Jean-Charles Boisset omschrijft het als ‘Bourgogne-techniek, Californische stijl’.

Het verschil zit hem vooral in de rijpheid van het fruit, de alcohol en de kleur. Het verschil in aroma is groot, vooral bij de crus. De beste Bourgognes imponeren altijd door de verfijnde, onweerstaanbare geparfumeerde geur, die met recht bouquet mag heten. Daarbij wordt de Bourgogne-wijn naarmate hij stijgt in rang in de mond steeds subtieler, minder nadrukkelijk, met die geheimzinnig ingehouden diepgang eronder.

Terwijl de topcuvées uit Californië steeds uitbundiger, expressiever, voller en zoetfruitiger worden, ondersteund door rijping op zorgvuldig geselecteerd nieuwe barriques. ‘Baking spices’ las ik bij de proefnotities in de toelichting van De Loach Estate Vineyard Pinot Noir 2014, de duurste wijn in de reeks. Kerstmisaroma’s noem ik het wel eens. Ze horen bij Californië, en in mijn beleving ook bij veel high end Australische Shiraz. De Loach maakt beslist mooie wijnen, maar drink ze niet in een Bourgogne-stemming. Drink ze met de sunshine state in je achterhoofd.