‘Alleen natuurwijn kan waarachtig groots zijn’

Natuurwijn of vin naturel; voor de een de kroonprins van de wijnwereld, voor de ander de nieuwe kleren van de keizer. Wat is het precies en kunnen we er iets mee in de horeca? Natuurwijn verklaard aan de hand van 5 stellingen.

• Isabel Legeron schreef een boek over vin naturel:
‘Natuurwijn verdeelt de wijnwereld’



1. Natuurwijn is nep, misleiding, fake news

De bekende Amerikaanse wijnexpert Robert Parker (The Wine Advocate) noemde ‘natural wines’ een paar jaar geleden ‘scam’, oplichting. Serieuze wijn is altijd puur natuur, vindt hij. Andere critici wijzen steevast op de onbetrouwbare kwaliteit. Een mooie middenweg wordt verwoord door de Amerikaanse sommelier Steven Grubbs: ‘De helft van de superhippe natuurwijnen zijn eigenlijk vreselijk gebrekkig; de andere helft is van een grote schoonheid’. De producenten van vin naturel streven openlijk naar een zo natuurlijk mogelijk product. Conventionele wijn mag betrouwbaarder zijn, er staat nooit een volledige ingrediëntenlijst op het etiket.

2. Er is vraag naar natuurwijn, beter doe je er dan wat mee

Openhartigheid over de manier van werken is een van de redenen voor mensen om te kiezen voor bio(dynamische) wijn, natuurwijn of wijn waaraan geen of weinig sulfiet is toegevoegd. Met natuurwijn op de kaart – al zijn het maar een paar wijnen, zoals bijvoorbeeld Restaurant Breda in Amsterdam doet – bewijs je een deel van de gasten een dienst. Natuurwijn als serviceproduct, daar is best wat voor te zeggen.

3. Natuurwijn is een nichemarkt voor alternatievelingen

Een niche is het, dat kan bijna niet anders gezien het relatief beperkte volume. Maar alternatief? Lang niet altijd. Neem de wijnbar van filmhuis FC Hyena in Amsterdam (sinds 2016). De woorden ‘milieu’ en ‘dicht bij de natuur’ vallen als we mede-oprichter Lotte Smit om een toelichting vragen, maar ze zegt ook: “We willen mooie en eerlijke producten. Natuurwijn is leuk en lekker”. Het idee komt overigens van mede-eigenaar Niels Wouters, bekend van diverse trendy restaurants in Amsterdam, waaronder Hotel De Goudfazant. Alternatief? Zakelijk instinct dekt hier de lading beter.

4. Natuurwijn is niet voor iedere horeca geschikt

Dat is ook weer waar. Een filmhuis is geen buurtcafé. Natuurwijn kan een idealistische keuze zijn, en sommige natuurwijnboeren en -liefhebbers zijn streng in de leer, maar het blijft gewoon wijn. Er is niets alternatiefs aan restaurant Piloersemaborg in Den Ham, Groningen, wel is het voor chef Dick Soek vanzelfsprekend dat al zijn producten zo eerlijk en puur mogelijk zijn, dus ook de wijn. “Natuurwijn moet bij je passen”, zegt Martijn Verkerk van importbedrijf Smaragd. “En ook bij je keuken en bij je gasten.”

5. Natuurwijn is een risico, bezint eer ge begint

Er is veel wijn in de tophoreca die zichzelf geen natuurwijn noemt en dat ook niet van plan is te gaan doen, maar die wel geheel voldoet aan de beginselen van de vin narurel. ‘Alleen natuurwijn kan waarachtig groots zijn’ volgens Isabelle Legeron MW, oprichter van de beurs RAW Wine. Maar er is ook een wat wilder type natuurwijn, die onvoorspelbaar kan zijn. Sommige natuurwijn wordt daar spannender van, maar je moet je wel realiseren dat dit voor sommige gasten té ruig kan zijn. Wie dat wil voorkomen, doet er goed aan daarmee rekening te houden bij de wijnselectie.

Wat is natuurwijn?

Vin naturel is de tegenpool van vin industriel. Het is vergelijkbaar met de ‘strijd’ tussen voor- en tegenstanders van de voedselindustrie. Natuurwijn wordt gemaakt zonder hulpstoffen, uitgezonderd (eventueel) een beetje sulfiet als conserveermiddel. De natuurwijnboer vertrouwt op de natuur en neemt al haar kuren en nukken voor lief. Er is geen wetgeving over natuurwijn, wel zijn er diverse verenigingen. Ook orange wine (op de schillen vergiste witte wijn) wordt doorgaans tot de vins naturels gerekend. Zowel het aanbod van als de belangstelling voor natuurwijn stijgt. De grootste natuurwijnbeurs RAW Wine groeit sinds de eerste Londense editie in 2012 elk jaar en wordt nu ook gehouden in New York en Berlijn.

(Dit artikel verscheen in juni 2017 in Entree Magazine)